In het najaar van 2005 vertrekt een groep Tilburgse studenten voor een studiereis naar het Afrikaanse land Malawi. Daar worden ze hard geconfronteerd met de hongersnood, die miljoenen Malawianen bedreigt. Ze staan voor de keus: niets doen, omdat hulp toch geen zin heeft, omdat geld altijd verkeerd terecht komt, omdat alles aan de strijkstok blijft hangen. Of een actie op touw zetten om een deel van de hongerende bevolking – met name kinderen – aan voedsel te helpen.
Nu honger een gezicht heeft gekregen, kiezen ze voor de tweede optie. Het thuisfront wordt gemobiliseerd. Familie, vrienden en bekenden geven geld. Sponsors worden aangezocht. De media worden ingeschakeld. Scholen zetten acties op en zamelen nog meer geld in.
Tegelijkertijd worden in Malawi voorbereidingen getroffen om voedsel in te slaan en uit te delen. Een bijna onmogelijke logistieke operatie in een door en door arm land zonder fatsoenlijke infrastructuur – maar het lukt. Nu krijgen dertienduizend kinderen van twee basisscholen dagelijks een voedzame portie maïspap, evenals enkele duizenden bewoners van afgelegen dorpjes.
De mensen in dit verhaal hadden ook niets kunnen doen, en niemand had het hen kwalijk genomen. Dan was de ramp die Malawi trof de zoveelste voetnoot in de geschiedenis geworden. Maar ze doen wel iets. Ze laten bovenal zien dat betrokkenheid en hulp wel degelijk het verschil kunnen maken tussen leven en dood. Hoe ze te werk gingen, wat ze dachten en voelden, welke tegenslagen ze moesten verwerken en welke successen ze behaalden, leest u in deze bundel. Opdat ook anderen, als zij voor dezelfde keuze staan, datgene doen wat voor onmogelijk wordt gehouden.
Dit boek is uitverkocht en wordt niet in herdruk genomen.
Voor meer informatie over stichting Het Goede Doel: www.het-goede-doel.nl